Continue of permanente voeding aansluiten
, par Allcam dashcams, 8 min temps de lecture
, par Allcam dashcams, 8 min temps de lecture
Handleiding voor het installeren van een 2- of 3-draads permanente voedingskabel bij de zekeringskast van je auto.
Het installeren van een continue of permanente voeding is bij veel dashcams noodzakelijk om de parkeermodus te kunnen gebruiken. Vaak is het installeren van een permanente voeding voor je dashcam ook mooier en handiger dan het gebruik van de sigarettenvoeding. Je houdt immers de sigarettenvoeding vrij voor andere apparaten en hebt minder kabels door je auto lopen.
De permanente voeding wordt meestal aangesloten bij de zekeringskast van de auto. In de zekeringskast zijn namelijk alle benodigde aansluitpunten voor de permanente voeding aanwezig en hier kunnen de kabels veilig en eenvoudig worden aangesloten. In principe kan de voeding ook op elk ander stroompunt in de auto worden aangesloten, zoals bij de radio of andere plek in het interieur. Je zult dan in meeste gevallen echter delen van het interieur moeten verwijderen en de kabels moeten solderen. In deze handleiding zullen we ons daarom beperken tot de installatie bij de zekeringskast.
Het installeren van een continue of permanente voeding is relatief eenvoudig en kan met enige technische kennis en de juiste gereedschappen in ongeveer één uur worden gedaan. Je kunt voor het installeren van de voeding in meeste gevallen ook terecht bij je dealer of garage.
Let op: Het zelf installeren van een permanente voeding kan gevolgen hebben voor de garantie op je auto.
Voor een snelle en eenvoudige installatie bieden we een complete installatie kit t.w.v. €19,50 aan. Hierin zitten onder andere een spanningzoeker, kabeltrimmer, tie-wraps en kabelclips én twee stuks van alle vier typen Add-a-Circuit zekering houders. Deze zekering houders zijn nodig om de kabel op een nette manier bij de zekeringen aan te sluiten. Bij sommige permanente voedingen worden zekering houders standaard meegeleverd.
De zekering houders zijn ook los verkrijgbaar. Voor een 2-draads voeding heb je er één nodig en voor een 3-draads voeding twee. De zwarte kabel gaat op de aarde, hiervoor is geen zekering houder nodig. Voor elk type zekering (afhankelijk van het merk en model auto) is een apart type zekering houder beschikbaar: Standaard, Mini of Micro, of Micro2. Kijk vóór aanschaf goed welk type zekeringen in je auto worden gebruikt (het kunnen er ook meerdere zijn):
Bij sommige voedingen zit standaard al een Mini/ATS zekering aan beide kabels. Als jouw auto dit type zekeringen gebruikt en je nog twee vrije plekken (continue én geschakeld) over hebt kun je deze zekeringen daar simpelweg in plaatsen. Als je auto geen Mini zekeringen heeft óf je geen geschikte vrije plekken meer hebt dan zul je alsnog gebruik moeten maken van een zekeringhouder. De Mini zekeringen knip je dan van de kabel af en het gestripte uiteinde plaats je in het omhulsel van de zekeringhouder (zie stap 5 bij de installatie hieronder).
Je hebt naast de zekering houders de volgende gereedschappen nodig voor het installeren van een permanente voeding:
- Schroevendraaier/Moersleutel - om bij de zekeringskast te komen.
- Striptang of kniptang - om de draad voor te bereiden.
- Punttang - om een zekering te verwijderen.
- Kabelschoentang - om de kabel vast te klemmen als je een zekeringhouder gebruikt.
- Spanningzoeker of Multimeter - om te zien op welke punten stroom staat en de voeding te testen.
- Kabelclips + Timmer - om de kabel later mooi weg te kunnen werken.
Grofweg maken we onderscheid tussen twee type permanente voedingen; 2-draads en 3-draads permanente voedingen. Het is belangrijk om op voorhand te weten welk type voeding je hebt en op welke manier je hem moet installeren. Een permanente voeding heeft altijd één zwarte draad voor de Aarde, afhankelijk van het type voeding zijn er dus nog één of twee draden die op een stroompunt moeten worden aangesloten.
Een 2-draads permanente voeding is de meest simpele variant van een permanente voeding met één draad die op een stroompunt wordt aangesloten en één voor de aarde. Je hebt bij de installatie twee mogelijkheden:
- Permanent stroompunt: De voeding levert continu stroom, óók bij een uitgeschakeld contact. De dashcam zal dus aan blijven tijdens het parkeren en je kunt eventueel de Parkeerstand gebruiken.
- Geschakeld stroompunt: De voeding levert alléén stroom bij een ingeschakeld contact. Deze installatie werkt eigenlijk als vervanging van de sigarettenvoeding en de dashcam zal in- en uitschakelen met het contact. Gebruik van de parkeerstand is hierbij dus niet mogelijk.
Dit is de meest geavanceerde variant van een permanente voeding met twee draden die op verschillende stroompunten worden aangesloten en één draad voor de aarde. Deze type voedingen kunnen doorgaans maar op één goede manier worden aangesloten*.
- Battery/B+/Power/VCC: Op een continu stroompunt dat ook stroom levert bij een uitgeschakeld contact.
- ACC: Op een geschakeld stroompunt dat alléén stroom levert bij een ingeschakeld contact.
De kleur van de kabels (Geel of Rood) verschilt per type permanente voeding, lees daarom altijd goed de labels en/of handleiding van de voeding. Bij een 3-draads voeding wordt door middel van de ACC (Accessory) kabel een signaal naar de dashcam gestuurd wanneer het contact van de auto wordt aan- en uitgezet.
* Let op: Voor sommige dashcams wordt een 3-draads permanente voeding geadviseerd of geleverd terwijl die dashcams geen Automatische parkeerstand ondersteunen. In die gevallen kan de ACC kabel worden afgeknipt of geïsoleerd en kan de Continue voeding worden geïnstalleerd als een 2-draads Continue voeding. Uitzondering zijn de dashcams van Motocam, hierbij dient de gele draad wél aangesloten te worden omdat de dashcam anders niet start.
Je kunt nu beginnen met de installatie van de voeding. Maak het jezelf makkelijk en doe dit bij voorkeur op een zonnige dag of in een goed verlichte garage.
Bepaal eerst waar de dashcam in de auto komt te hangen. Wij raden aan de camera altijd uit het zicht te plaatsen, op een plek waarbij deze geen verhinderingen voor het zicht vanuit de auto vormt. In dit geval hangen we de camera achter de binnenspiegel. Vanuit de plek waar de dashcam komt te hangen kan de kabel worden weggewerkt.
Bekijk in de handleiding van de auto waar de zekeringen zich bevinden. Meestal zijn deze bij het voeteneind aan de bestuurderskant onderin het dashboard geplaatst en afgedekt met een afneembare deksel of klep. In ons geval zijn de zekeringen ook aan de bestuurderskant te vinden.
Begin met het grofweg wegwerken van de kabel, beginnend bij de dashcam. Op deze manier weet je straks hoeveel kabel er over is en kun je beginnen met het installeren van de stroomkabel. Eventueel kun je een lengte van de kabels afknippen zodat je niet teveel draden over hebt.
Gebruik een 'spanningzoeker' om te bepalen welke zekering stroom levert bij een in- of uitgeschakelde motor. In de handleiding van de auto staat dit meestal ook weergegeven. Normaal gesproken is bijvoorbeeld de zekering voor de remlichten of toeter continu voorzien van stroom en die van de (dashboard)verlichting niet.
Om de kabel te installeren dien je de zekering die je wilt gebruiken uit de kast te halen met bijvoorbeeld een punttang. Met een striptang kun je de mantel van de kabel verwijderen zodat je hem bij de zekering kunt steken.
Gebruik je een zekeringhouder? Steek de zekeringhouder dan op de plek waar je net de zekering uit hebt gehaald. De zekering zelf steek je vervolgens weer in de zekeringhouder, samen met de zekering die bij de zekeringhouder werd geleverd. Op die manier zijn beide punten gezekerd. De kabel van de Continue voeding steek je in de cilinder van de zekeringhouder en met een kabelschoentang knijp je hem vervolgens vast. Het is ook belangrijk dat de zekeringhouder juist georiënteerd in het contact wordt gestoken. Zie onderstaand schema en foto's:
De zwarte kabel van de de kabel dient te worden bevestigd aan een aardpunt. Dit is een punt dat in verbinding staat met het chassis van de auto. Meestal is zo'n punt vlakbij de zekeringen te vinden, hij is vaak te herkennen aan een schroef of moer waarop ook andere kabels zijn bevestigd. Kijk eventueel in de handleiding van de auto.
Kijk nog eens goed of de kabel op alle punten goed bevestigd is. Als dit het geval is, check dan of de dashcam werkt. Als dit óók het geval is kun je de eventueel verwijderde panelen weer monteren en de kabel netter wegwerken.